Na meer dan twaalf uur kortfilm op het Internationaal Kortfilmfestival Leuvende gelegenheid maakt de man — zijn een aantal kortfilms bij mij blijven hangen. Ik weet niet waarom, objectief gezien zijn ze niet allemaal de beste en alles begint zo stilaan wat doorheen te lopen.

Maar eerst nog een aantal opmerkingen: de europese competitie is over het algemeen een pak sterker dan de vlaamse (een selectie uit 2000 films tegen 200), engelse ondertiteling mag ook op Britse films want mijn kennis van Britse dialecten is heel beperkt en uiteindelijk, alle postmodernisme ten spijt, blijven de klassieke films met een beperkt aantal locaties en eenvoudige plot bij mij het best hangen.

Afin, moest ik nu (met nog een hoop sessies te gaan) een programma samenstellen zouden deze films er zeker inzitten:

  • Between Walls van Ana-Felicia Scutelnicu (Duitsland): een eenvoudig maar spannend verhaal over illegale Poolse (?) bouwvakkers in Duitsland. (Europese competitie 1)
  • 2 Birds (Smáfuglar) van Rúnar Rúnarsson (IJsland): voor mij tot hiertoe de topper van het festival. Over een angelieke jongen en het meisje van zijn dromen die op een party terechtkomen waar ze eigenlijk nog te jong voor zijn. (Europese competitie 5)
  • A Mate (Kaveri) van Teemu Nikki (Finland): kurkdroge comedy over aarsneuken. Ik moet toegeven, ik was al aan het lachen vanaf de opening met de bassist die het niet laten kan om maar wat noten te blijven spelen. (Europese competitie 5)
  • Last Farm in the Valley van Rúnar Rúnarsson (IJsland): eenvoudig verhaal over een oude man die zijn eenzame boerderij in een magnifiek landschap niet wil verlaten. Ik wil zo graag naar IJsland op vakantie… (Focus op IJsland 1)
  • Wrestling van Grímur Hákonarson (IJsland): homoseksuele worstelaars. Het einde is een ode aan de kracht van suggestie, door heel de zaal klonk “Ew” terwijl er niets te zien was. (Focus op IJsland 1)
  • We are so happy van Wannes Destoop (België): stylistisch zwalpt de film wat tussen realité op z’n Dardennes en postmoderne ironie maar het spel tussen Benny Claessens en Berdien Dewaele maakt heel veel goed. Benny Claessens is echt fantastisch. (Vlaamse competitie 3)
  • Passages van Johann Van Gerwen (België): een heel klassieke film maar goed gespeeld en vooral heel mooi gefotografeerd in de Universiteitsbibliotheek van Gent. Je haalt de films van DOP Nicolas Karatsanis er echt wel uit. Ik vraag me wel af hoe je dat moet monteren als je geen referentiemonitor hebt die door de schaduwen kan kijken. (Vlaamse competitie 4)
  • Above All Things van Stien De Vrieze (België): echtelijk drama omtrent een vrouw met een extreme kinderwens. Er wrong iets aan het scenario maar Bert Haelvoet brak mijn hart. (Vlaamse competitie 1)

Afin, na het maken van deze al bij al willekeurige lijst valt me toch wel mijn voorkeur voor Scandinavië op. Ik ben daar niet alleen in, Scandinavië doet het al lang heel goed op Leuven Kort. Voor mij heeft dit veel te maken met hun onderkoelde speel- en vertelstijl, maar de vaak magnifieke landschappen (Brakkvann) en prachtige licht helpen zeker. Last Farm in the Valley en 2 Birds maken blijkbaar deel uit van een trilogie over de liefde door Rúnar Rúnarsson. Ik ben benieuwd naar deel drie.

Niet alles is rozegeur en maneschijn: in ongeveer iedere blok zit wel een film die op mijn zenuwen werkt. Vaak zijn dit de films die naar een half uur lengte gaan. Maar ja, de gustibus et coloris…